Sinds vorig jaar is de wetgeving rondom pensioen en lijfrente veranderd. Die nieuwe wet is de Wet toekomst pensioenen. Onder de nieuwe wet is het mogelijk om 2 tot 3 keer zoveel lijfrentepremie te betalen. De maximale jaarruimte is namelijk verruimd van 13,3% naar 30%. Maar toch pakt dat niet voor iedereen gunstig uit. Dat roept automatisch de vraag op, hoeveel lijfrentepremie kan je dan betalen in de nieuwe wet?
Ik heb een serie van 5 blogs geschreven om deze vraag te beantwoorden. Aan de hand van een aantal maatmensen laat ik zien wat er gebeurt in verschillende situaties.
In deze eerste blog kijken we naar hoe het was. Dus hoeveel lijfrentepremie mocht je betalen in verschillende situaties onder de oude wetgeving.
Maatmannen
Ik heb 3 maatmannen gekozen. Dat zijn mensen die pensioen opbouwen in loondienst en daarnaast een lijfrentepremie willen betalen. Ik heb daarvoor gekozen om een compleet beeld van de situatie te geven. Als jij geen pensioen opbouwt, dan is jouw situatie iets makkelijker.
Let op, voor 2024 gebruik je de gegevens van 2023. Dus als je dit jaar als ondernemer bent begonnen en vorig jaar nog pensioen hebt opgebouwd, dan moet je dus wel rekening houden met je pensioenopbouw.
Ik heb per maatman verschillende pensioenregelingen doorgerekend.
- De eerste situatie die ik heb uitgewerkt is een beschikbare premieregeling met een staffel die gebaseerd is op een verondersteld rendement van 4%. Dit is een veel voorkomende staffel bij bedrijven die al jaren lang een beschikbare premieregeling hebben.
- De tweede situatie is ook een beschikbare premieregeling maar met een 2%-marktrente staffel. Dat is een staffel met hogere premies dan onder situatie 1.
- De derde situatie is iemand die pensioen opbouwt bij een pensioenfonds, in dit voorbeeld ABP.
- En de laatste situatie is een beschikbare premieregeling met een flatrate ter hoogte van 25%. Dus ongeacht leeftijd krijgt iedereen hetzelfde premiepercentage.
De uitgangspunten, betaalde premies en opbouw in de verschillende regelingen in 2023 van de maatmannen tref je in onderstaande tabel.
| Maatman 1 | Maatman 2 | Maatman 3 | |
| Leeftijd | 24 jaar | 49 jaar | 59 jaar |
| Salaris | € 30.000,00 | € 40.000,00 | € 60.000,00 |
| Premie 4% staffel | € 615,51 | € 2.865,04 | € 8.429,85 |
| Premie 2% staffel | € 2.215,84 | € 6.322,03 | € 14.413,74 |
| Opbouw ABP | € 232,19 | € 402,29 | € 742,49 |
| Premie ABP | € 3.385,20 | € 5.865,20 | € 10.825,20 |
| Premie 25% flatrate | € 3.419,50 | € 5.919,50 | € 10.919,50 |
Hoeveel lijfrentepremie kon je betalen op basis van de oude wet?
De maximale lijfrentepremie die je kon betalen op basis van de oude wet, werd als volgt berekend:
13,3% x premiegrondslag – (6,27 x factor A)
Premiegrondslag lijfrentepremie oude wet
De premiegrondslag werd berekend door het verzamelinkomen van het voorgaande kalenderjaar te verminderen met de franchise van het voorgaande kalenderjaar.
Onder het verzamelinkomen valt loon, inkomsten uit overig werk, winst uit onderneming en belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen. Het verzamelinkomen is voor 2023 gemaximeerd op € 137.800,-.
De franchise bedroeg in 2022 op basis van de oude wet € 12.837,-. Met ingang van de nieuwe wetgeving is de franchise gelijkgetrokken aan de AOW-franchise voor pensioenen. Voor 2023 bedraagt de franchise € 17.545,-.
Factor A lijfrentepremie oude wet
De factor A werd op twee manieren berekend. De berekeningswijze was afhankelijk van het soort pensioenregeling.
Bij middelloonregelingen werd de factor A berekend door het opbouwpercentage in het voorgaande kalenderjaar te vermenigvuldigen met de pensioengrondslag van het voorgaande kalenderjaar.
Bij premieregelingen werd de factor A berekend door de op het voorgaande kalenderjaar betrekking hebbende premies te vermenigvuldigen met de factor behorend bij de leeftijd van de belastingplichtige aan het begin van het voorgaande kalenderjaar.
Oudedagsreserve
Voor de jaren waarin de FOR nog bestond moest naast de factor A ook de FOR-dotatie in mindering gebracht worden op de jaarruimte.
Lees ook:
Hoeveel lijfrentepremie mag je nú betalen? Deel 2 van 5
Berekening lijfrentepremie oude wet
De jaarruimte van de maatmannen zag er dan in de verschillende situaties als volgt uit:
Pensioenregeling 4% staffel
| Maatman 1 | Maatman 2 | Maatman 3 | |
| Oud | € 228,59 | € 471,58 | € 360,97 |
Pensioenregeling 2%-marktrente staffel
| Maatman 1 | Maatman 2 | Maatman 3 | |
| Oud | -€ 3.484,00 | -€ 2.562,96 | -€ 3.390,90 |
Pensioenregeling ABP
Wanneer iemand een pensioenregeling bij ABP heeft dan bedraagt de pensioenpremie op dit moment 27,90% van de pensioengrondslag. Voor de oude jaarruimte berekening moet echter uit worden gegaan van de pensioenopbouw en niet van de pensioenpremie.
| Maatman 1 | Maatman 2 | Maatman 3 | |
| Oud | € 200,71 | € 464,18 | € 991,12 |
Pensioenregeling flatrate 25%
| Maatman 1 | Maatman 2 | Maatman 3 | |
| Oud | -€ 6.276,38 | -€ 3.539,62 | -€ 5.190,01 |
Wil je weten hoe de jaarruimte berekend wordt onder de Wet toekomst pensioenen en het overgangsregime. Lees dan de volgende blog in deze serie.
Foto: Tima Miroshnichenko – Pexels.com
Iris van Hees is pensioenadviseur en financieel planner bij &Gommer Pensions Group. Met haar fiscaal juridische achtergrond is ze niet alleen graag bezig met het oplossen van pensioenvraagstukken, maar ook met financiële planning.
Pensioen is vaak een ver van mijn bedshow, vooral voor jongeren. Ik vind het belangrijk en zet mij er dagelijks voor in om mensen actiever naar pensioen te laten kijken. Het is verstandig om ruim voordat je met pensioen gaat er regelmatig aandacht aan te geven. Bijvoorbeeld bij mijlpalen, zoals het krijgen van kinderen en samenwonen, is het belangrijk dat je pensioen goed geregeld is. Daarom is het ook voor jongeren belangrijk om pensioenbewust te worden.
