Heb jij als ondernemer al eens nagedacht over wat er gebeurt met je pensioen bij een eventuele scheiding? Een financiële planning is de meeste ondernemers wel toevertrouwd. Het (pensioen)inkomen voor de oude dag krijgt echter niet altijd voldoende aandacht. Bij de gevolgen van bepaalde life events voor oudedagsvoorzieningen wordt zeker ook niet altijd stilgestaan. Bij scheiding speelt immers de vraag naar de behandeling daarvan. Dient de voorziening te worden gedeeld of verdeeld? En wat zijn de gevolgen daarvan voor jouw financiële planning? Als ondernemer wil je toch een onvoorziene of ondoordachte ‘pensioenverdeling’ te voorkomen!
Wet verevening pensioen rechten bij scheiding voor de ondernemer
Sommige ondernemers hebben pensioen opgebouwd vanuit een eerder dienstverband. Dit pensioen zal doorgaans zijn ondergebracht bij een (bedrijfstak-)pensioenfonds of een verzekeraar. Pensioen dat in de tweede pijler is opgebouwd, moet overeenkomstig de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding worden verevend. Dat geldt ook voor een pensioen dat in eigen beheer is opgebouwd. Een pensioen dat niet onder deze wet kwalificeert, hoeft niet conform deze wet te worden verevend.
Op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding heeft de (ex-)partner bij scheiding recht op de helft van het gedurende het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen. Het is echter ook mogelijk andere afspraken te maken in het echtscheidingsconvenant. Zo kan het recht op pensioenverevening worden uitgesloten of een andere verdeling worden overeengekomen. Je kunt ook onderling afspraken maken over het eventuele recht op bijzonder partnerpensioen.
Verdeling van andere voorzieningen
Hoe zit dat dan met andere voorzieningen die in het kader van de oude dag bijvoorbeeld in de derde pijler zijn getroffen? Zoals een oudedagslijfrente. Dit is een periodieke uitkering die wordt ontvangen na pensionering, als aanvulling op de AOW-uitkering en een eventuele pensioenuitkering in de tweede pijler.
De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is niet van toepassing op lijfrenten. Het is mogelijk dat de lijfrente in de gemeenschap van goederen valt en daardoor alsnog dient te worden verdeeld tussen de (ex-)partners. Of van de verdeling juist is uitgesloten. Voor een volledig financieel plaatje moet dan ook de verdeling van andere (oudedags-)voorzieningen worden betrokken.
Onvoorzien of ondoordacht?
Het kan zijn dat door één van de partners in de tweede pijler pensioen is opgebouwd dat dient te worden verevend. Bijvoorbeeld door de partner van de ondernemer. Terwijl dit voor de ondernemer niet het geval hoeft te zijn. Pensioenverevening kan in zo’n situatie ongewenst zijn.
Een ondernemer kan immers een (aanvullende) oudedagsvoorziening hebben getroffen, die niet onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding kwalificeert. En waarvan het bij scheiding de vraag is of dit voor verdeling in aanmerking komt. Het is ook mogelijk dat het pensioen van de ondernemer nog in eigen beheer is ondergebracht. Dit valt dan weer wél onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.
Belangrijk is bij scheiding afspraken te maken over de verdeling van de oudedagsvoorzieningen. Daarvoor is een overzicht van deze voorzieningen en de omvang van belang. Op deze manier kan bij echtscheiding de financiële planning pas echt inzichtelijk worden gemaakt. Dit om een onvoorziene of ondoordachte verdeling te voorkomen.
Foto: RDNE – Pexels.com

Suus is pensioenadvocaat bij Gommer Advocaten. Tijdens haar studie heeft zij zich gespecialiseerd in het arbeidsrecht, het sociale zekerheidsrecht en het financieel familie- en erfrecht. De raakvlakken met deze verschillende rechtsgebieden maakt dat Suus verschillende pensioenvraagstukken in een breed kader kan beoordelen.