Hoeveel lijfrentepremie mag je nu betalen? Deel 2 van 5

Hoeveel lijfrentepremie mag je nu betalen? In de vorige blog heb ik laten zien hoe dat was onder de oude wetgeving. Maar inmiddels vallen we onder de nieuwe wet. De maximale lijfrentepremie bereken je op basis van een formule, de jaarruimte. In deze tweede blog kijken we naar hoe de nieuwe wetgeving rondom lijfrente eruitziet. Ook kijken we naar hoeveel lijfrentepremie je op basis van de nieuwe wet kan betalen in verschillende situaties.

Voor de uitwerking zijn de maatmannen en pensioenregelingen uit deel 1 van deze reeks gebruikt.

In de uitwerking heb ik niet alleen de lijfrentepremie op basis van de huidige wet opgenomen, maar zijn ook de lijfrentepremies op basis van de oude wetgeving opgenomen. Op die manier heb jij een goed vergelijk en zie je het verschil tussen de oude wet en de nieuwe wet. Dat geeft inzicht en kan je helpen bij het aanpassen van je pensioenplanning.

Hoeveel lijfrentepremie kan je betalen op basis van de nieuwe wet?

Hoeveel lijfrentepremie je nu kan betalen is afhankelijk van het soort pensioenregeling en of de regeling al dan niet is aangepast aan de Wet toekomst pensioenen. Op grond van de nieuwe wetgeving zijn er drie berekeningswijzen.

Situatie 1: De pensioenregeling is (nog) niet aangepast

Voor pensioenregelingen die nog niet aangepast zijn aan de Wet toekomst pensioenen bereken je de maximale lijfrentepremie als volgt:

30% x premiegrondslag – (6,27 x factor A) 

De factor A wordt op twee manieren berekend. De berekeningswijze is afhankelijk van het soort pensioenregeling. Bij middelloonregelingen wordt de factor A berekend door het opbouwpercentage in het voorgaande kalenderjaar te vermenigvuldigen met de pensioengrondslag van het voorgaande kalenderjaar. 

Bij premieregelingen wordt de factor A berekend door de op het voorgaande kalenderjaar betrekking hebbende premies te vermenigvuldigen met de factor behorend bij de leeftijd van de belastingplichtige aan het begin van het voorgaande kalenderjaar. 

Situatie 2: De pensioenregeling is wel aangepast

Voor pensioenregelingen die wel zijn aangepast aan de Wet toekomst pensioenen bereken je de maximale lijfrentepremie als volgt:

30% x de premiegrondslag – het gezamenlijke bedrag van de in het voorafgaande kalenderjaar in pensioenregelingen van de ingelegde premies voor ouderdomspensioen en partnerpensioen op of na pensioendatum, exclusief de premie voor een compensatie als bedoeld in artikel 38s van de Wet op de loonbelasting 1964, vermeerderd met het gezamenlijke bedrag voor een netto pensioen betaalde of verrekende premies, gedeeld door de netto factor

Situatie 3: De pensioenregeling is deels aangepast

Een pensioenregeling kan ook deels zijn aangepast aan de nieuwe wetgeving. Dit het geval als het nabestaandenpensioen is aangepast en de leeftijdsafhankelijke staffel wordt voortgezet. De pensioenregeling valt dan onder het overgangsregime. Hier kan overigens ook sprake van zijn als de reguliere inleg op basis van een flatrate is maar het bijsparen op basis van een staffel. De maximale lijfrentepremie wordt dan als volgt berekend:

30% x de premiegrondslag – factor A. 

De factor A bereken je op basis van de volgende formule: 

A=(1-(x-y)/x)*B

B = Pensioengrondslag van het voorgaande kalender jaar keer percentage dat volgt uit art. 18a lid 1 b Wet Loonbelasting (30%)

X = Pensioengrondslag van het voorgaande kalender jaar keer het maximale percentage van de 38r staffel behorend bij de leeftijd in het voorgaande kalenderjaar

Y = Daadwerkelijk ingelegde premie in het voorgaande kalenderjaar

Lees ook:
Hoeveel lijfrentepremie mocht je betalen? Deel 1 van 5

Berekeningen lijfrentepremie nieuwe wet

Ik heb berekeningen gemaakt voor 3 maatmannen. In de vorige blog lees je hoe de jaarruimte op basis van de oude wetgeving berekend werd en hoe hoog die was voor de 3 maatmannen uitgaande van verschillende pensioenregelingen.

Ik heb nu de verschillende pensioenregelingen weer berekend en dan uitgaande van de 3 situaties. De jaarruimte van de maatmannen ziet er dan als volgt uit:

Pensioenregeling 4%-staffel

 Maatman 1 Maatman 2Maatman 3
Oud€ 228,59€ 471,58€ 360,97
Situatie 1€ 2.308,58€ 4.221,57€ 7.450,98
Situatie 2n.v.t.n.v.t.n.v.t.
Situatie 3€ 2.803,91€ 3.731,22€ 5.254,38

Situatie 2 kan zich niet voordoen, want als de regeling zou zijn aangepast aan de nieuwe wetgeving, dan zou er geen staffel meer van toepassing zijn. Dat geldt dus ook voor onderstaande pensioenregeling met een 2% marktrente staffel.

Pensioenregeling 2%-marktrente staffel 

 Maatman 1 Maatman 2Maatman 3
Oud-€ 3.484,00-€ 2.562,96-€ 3.390,90
Situatie 1-€ 1.404,02€ 1.187,03€ 3.699,09
Situatie 2n.v.t.n.v.t.n.v.t.
Situatie 3€ 379,17€ 105,00-€ 56,76

Pensioenregeling ABP 

Wanneer iemand een pensioenregeling bij ABP heeft dan bedraagt de pensioenpremie op dit moment 27,90% van de pensioengrondslag. Als ABP overgaat naar een pensioenregeling conform de Wet toekomst pensioenen dan wordt de pensioenpremie voor de opbouw van het kapitaal 24,80%.

 Maatman 1 Maatman 2Maatman 3
Oud€ 200,71€ 464,18€ 991,12
Situatie 1€ 2.280,69€ 4.214,16€ 8.081,11
Situatie 2€ 351,30€ 871,30€ 1.911,30
Situatie 3n.v.t.n.v.t.n.v.t.

Pensioenregeling flatrate 25%

 Maatman 1 Maatman 2Maatman 3
Oud-€ 6.276,38-€ 3.539,62-€ 5.190,01
Situatie 1-€ 4.196,40€ 1.540,36€ 5.889,97
Situatie 2€ 317,00€ 817,00€ 1.817,00
Situatie 3-€ 1.444,56€ 527,23€ 3.044,64

Wil je weten hoe je om moet gaan met de jaren tot nu toe? Lees dan de volgende blog in deze serie.

Foto:  Mikhail Nilov – Pexels.com

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *